Naar de inhoud
Vlaamse Vereniging voor Seksuologie vzw logo Vlaamse Vereniging voor Seksuologie vzw

Seksuele problemen

Geen zin in seks of meer/minder zin dan je partner

De behoefte aan seks is voor iedereen anders. Sommigen zijn tevreden met een paar keer per jaar, andere zouden liefst elke dag vrijen. Ook zal hoe vaak je zin hebt om te vrijen vaak veranderen in de loop van je leven. In een relatie neemt de zin om te vrijen meestal wat af naarmate de relatie langer duurt. Zo kan soms een groot verschil ontstaan tussen partners – de ene heeft nog vaak zin, de ander slechts zelden. Een dergelijk verschil kan bij een of beide partners tot frustratie leiden en kan zo spanning in de relatie veroorzaken.

Ook wat men graag doet, hoe men liefst seksualiteit wil beleven, kan sterk verschillen. De ene vindt het net leuk om op de ‘normale’ en vertrouwde manier te vrijen terwijl de ander graag eens nieuwe dingen zou uitproberen. Sommige mensen vrijen liever zacht, anderen hebben het liever iets harder. Sommigen vinden het leuk om op verschillende plaatsen te vrijen of om hulpmiddeltjes (zoals speeltjes, een erotisch verhaal of porno) te gebruiken. Ook een verschil tussen de wensen en verlangens van partners kan leiden tot frustratie en spanning in de relatie.

Seksuele opwinding (je erectie)

Als het vaak niet lukt om een erectie te krijgen of de erectie verdwijnt vaak terwijl je nog niet klaar bent met vrijen, dan spreekt men van een erectieprobleem. Dit kan er voor zorgen dat je na het vrijen onbevredigd achter blijft. Dingen zoals bang zijn dat het weer niet gaat lukken of denken dat het weer niet leuk gaat zijn spelen vaak een grote rol hierbij. Ook stress, lichamelijke of psychische problemen, ziekte of medicatie, problemen in de relatie of een nieuwe partner kunnen bijdragen aan een erectieprobleem. Vaak hebben erectieproblemen een negatief effect op je zelfvertrouwen.

Seksuele opwinding (vochtig worden)

Heb je wel zin om te vrijen maar lukt het niet om opgewonden te raken, dan spreken we van een opwindingsprobleem. Bij vrouwen gaat dit samen met een minder of niet vochtig worden/blijven van de vagina. Soms is men te snel afgeleid tijdens het vrijen – zit je met je hoofd bij andere zorgen – of wilt je partner te snel overgaan tot penetratie en vergeet hij of zij het voorspel. Ook is het mogelijk dat jij of je partner niet goed weten wat voor jou net de ‘juiste’ manier is om opwinding op te wekken.

Tot slot kunnen problemen met seksuele opwinding ook te maken hebben met ziekte , menopauze of medicatie.

Niet/te snel/te traag klaarkomen

Orgasmeproblemen bestaan er in verschillende maten en vormen. Zo kunnen mannen en vrouwen te snel klaarkomen – bijvoorbeeld als je al klaarkomt tijdens het voorspel of vlak na de penetratie terwijl je dit eigenlijk nog niet wilde – maar kan het ook zijn dat je al graag wilde klaarkomen maar het steeds te lang duurt voor het lukt. Bij sommige mannen en vrouwen lukt klaarkomen zelfs zelden of nooit, of enkel als ze masturberen maar niet als ze vrijen met een partner. Een dergelijk orgasmeprobleem kan een bevredigend seksleven sterk in de weg staan en zo ook wegen op je relatie.

Pijn bij het vrijen

Pijn bij het vrijen is een probleem dat vaak gezien wordt bij vrouwen maar kan ook bij mannen voorkomen! Sommige mensen hebben er nu en dan eens last van, anderen met grotere regelmaat. Als je vaak pijn hebt bij het vrijen, gaat je zin om te vrijen en je opwinding en genot er onder lijden. Soms bereikt men het punt dat men helemaal geen zin meer heeft in seks en liever gewoon niet wilt vrijen.

Het is belangrijk om na te gaan waar je pijn net vandaan komt. Hoewel een pijnprobleem vaak zeer individueel aanvoelt kan het vaak ook leiden tot problemen in je relatie.

Vaginisme

Als het voor jou heel moeilijk is om iets in te brengen in je vagina – een vinger, een tampon of de penis van je partner– omdat de spieren van je bekkenbodem zich zonder dat je er controle over hebt hard aanspannen, spreken we van vaginisme. Het is zelfs mogelijk dat de gedachte aan penetratie alleen al voldoende is om je vagina ontoegankelijk te maken! Vaak heeft vaginisme te maken met eerdere nare seksuele ervaringen of herhaalde pijn bij het vrijen. Bij vaginisme zal vrijen met penetratie, zonder dat het pijn doet, vaak moeilijk of zelfs onmogelijk worden.

Seksuele verlegenheid / aversie

Als je van nature wat verlegen bent is het vaak niet makkelijk om een (seksuele) partner te vinden. Misschien vind je het moeilijk om aan te geven wat je leuk vind, om over seks te praten of om je bij een ander te laten gaan. Als je verlegenheid je doet dichtklappen kan het moeilijk worden om seksueel actief te zijn en/of om van seks te genieten. Vaak kan een hulpverlener je helpen om te leren omgaan met je terughoudendheid en makkelijker over relaties en seksualiteit te praten.

Sommige mensen ervaren echter afkeer, walging of angst voor alles wat met seks te maken heeft. Vaak vermijden ze seksueel contact zoveel het kan. Anderen ervaren afkeer ten opzichte van specifieke aspecten van seksualiteit – geslachtsorganen, pornografie, … Dergelijke afkeer of seksuele aversie kan beginnen bij opvoedingsboodschappen als ‘Seks is vies’ of ‘Over seks spreekt men niet’. Ook negatieve seksuele ervaringen kunnen aanleiding geven tot moeite met seksualiteit op latere leeftijd. Seksuele aversie lijkt vaak een individueel probleem maar kan ook voor spanningen in de relatie zorgen of het aangaan van een nieuwe relatie moeilijker maken.

Seksuele oriëntatie

Als je ontdekt dat je je aangetrokken voelt tot mensen van hetzelfde geslacht of als je je aangetrokken voelt tot mannen en vrouwen brengt dit vaak initieel verwarring en onduidelijkheid met zich mee. Toch hoeven deze gevoelens geen probleem te zijn en zijn ze het ook niet voor vele holebi’s.

Toch worden sommige mensen overvallen door hun gevoelens en weten niet goed hoe ze nu verder moeten. Hierover praten met vrienden of familie voelt aan als zeer moeilijk of zelfs onmogelijk. Ook in contact komen met andere homoseksuele, lesbische of biseksuele mensen is vaak niet zo eenvoudig als het lijkt. En hoe zit het dan met de seks tussen twee mannen of twee vrouwen? Holebiverenigingen, andere holebi’s of de seksuoloog kunnen je helpen en samen met jou op zoek gaan naar antwoorden op je vragen.

Seksuele voorkeuren

Niet iedereen vindt dezelfde dingen opwindend en de meeste mensen zijn zelfs heel flexibel in wat ze opwindend vinden. Vaak is het leuk om eens te variëren of met nieuwe dingen te experimenteren. Soms ontdek je zelfs iets dat je er steeds bij wilt omdat het voor jou echt heel opwindend is.

Sommige mensen hebben zeer specifieke en bijzondere seksuele voorkeuren. Ook zulk een voorkeur (alledaags of iets minder alledaags) hoeft op zich geen probleem te zijn. Enkel wanneer jijzelf, je partner, je gezin of je sociale situatie er onder lijdt wordt een dergelijke seksuele voorkeur een probleem. Ook kan een bijzondere voorkeur zorgen voor schuld- of schaamtegevoelens of een gevoel van controleverlies. Soms kan het zijn dat handelen naar je seksuele voorkeur bij wet verboden is(vaak wanneer er anderen bij betrokken zij die geen instemming geven of bijvoorbeeld minderjarig zijn, zie Pedoseksualiteit [link]). Dit alles maakthet vaak niet eenvoudig om met iemand anders te praten over je seksuele voorkeur. Een seksuoloog kan je helpen om met deze niet alledaagse verlangens om te gaan en ze een plaats te geven in je leven.

Er zijn veel verschillende vormen van bijzondere seksuele voorkeuren. Een aantal meer voorkomende zijn:

  • BDSM staat voor Bondage, Dominance & Submission en Sadomasochisme. Met bondage wordt de voorkeur bedoeld om binnen een seksueel spel je bewegingsvrijheid (deels) ontnomen te worden. Onder dominance & submission vallen de voorkeuren om tijdens het seksueel spel de ander te domineren of om je net – binnen de regels van het spel – aan de wil van de ander te onderwerpen. Seksueel masochisme is seksueel genot beleven aan het ondergaan van vernedering en pijn. Seksueel sadisme is seksueel genot beleven aan het pijnigen en vernederen van een ander.
  • Fetisjisme staat voor het heel sterk opgewonden raken van specifieke niet-levende objecten. Voorbeelden hiervan zijn een voorliefde voor lingerie, schoenen, lak, leer, …
  • Exhibitionisme is het seksueel opgewonden raken bij het tonen van je eigen geslachtsorganen aan niets vermoedende anderen.
  • Voyeurisme is het seksueel opgewonden raken van het stiekem bekijken van anderen die naakt zijn of seks hebben.

Pedoseksualiteit of pedofilie

In boeken, tijdschriften, op TV en online worden vaak verschillende termen door elkaar gebruikt als men het over pedofilie wilt hebben. Vaak laat men na te zeggen wat men net bedoelt met de termen die men gebruikt. Dit kan al snel voor verwarring zorgen omdat zaken zoals pedofilie, seksueel misbruik, incest, … op een hoop worden gegooid. Dit met alle gevolgen vandien …

Pedofilie is een aanhoudende seksuele aantrekking tot kinderen.Meestal gaat het om volwassenen die zich aangetrokken voelen tot kinderen. Voor sommige pedofielen was hun seksuele voorkeur al duidelijk voor ze zelf echt volwassen waren.

Ook pedofilie bestaat in vele maten en vormen. Er zijn pedofielen die aangetrokken zijn tot heel jonge kinderen (6 jaar of jonger). Anderen voelen zich net aangetrokken tot jonge tieners (bv tussen de 10 en de 14 jaar). Sommige pedofielen voelen zich enkel aangetrokken tot kinderen terwijl anderen daarnaast ook vallen op volwassenen. Ook niet alle pedofielen zetten hun verlangens om in seksuele praktijk.

De pedofiel die zijn seksuele gevoelens omzet in de praktijk en seks heeft met kinderen noemen we een pedoseksueel. Frank van Ree, psychiater, geeft in zijn boek ‘Pedofilie – Een controversiële kwestie’ duidelijk aan wat het verschil is tussen pedofilie en pedoseksualiteit. Ook schept hij enige duidelijkheid over het verband tussen pedofilie, pedoseksualiteit en problematisch, mogelijk strafbaar, seksueel gedrag:

Pedofilie refereert aan erotiek, pedoseksualiteit aan de uitdrukkingsvormen die daar fysiek aan gegeven worden. Pedoseksueel gedrag kan, net als hetero- en homoseksueel gedrag, liefdevolle en vijandige vormen aannemen. Vijandig, misbruikend pedoseksueel gedrag zou eigenlijk niet pedofiel genoemd moeten worden. Van vijandig gedrag is niet alleen sprake bij mishandeling, moord en ander crimineel gedrag, maar ook wanneer de volwassene zich bij het contact uitsluitend richt op eigen lust en eventueel orgasme, ongeacht ongeïnteresseerdheid, tegenzin of afweer van het kind. Zulke egocentrische instellingen kunnen zich overigens bij alle oriëntaties voordoen. (Van Ree, 2001, 17)

Zoals Van Ree aangeeft zijn sommige uitingen van  seksueel gedrag vijandig en problematisch. Sommige van deze seksuele handelingen zijn naar de Belgische wetgeving strafbare feiten. Zo is voor de Belgische wetgeving alle seksueel verkeer verboden tussen een volwassene en een persoon die jonger is dan 16 jaar. Wederzijdse toestemming speelt in dit verhaal geen rol van betekenis. Juridisch kan iemand die nog geen zestien jaar is, geen toestemming geven voor seksuele handelingen.

Pedoseksuele handelingen vallen onder Hoofdstuk V (Aanranding van de eerbaarheid en verkrachting) van Titel VII (Misdaden en wanbedrijven tegen de orde der familie en tegen de openbare zedelijkheid) van Boek II van het Belgische Strafwetboek.

Een term die vaak opduikt in het zog van pedofilie is incest en dit terwijl de twee termen in se niets met elkaar te maken hebben. Incest speelt zich ook wel af tussen twee volwassen bloedverwanten. Enkel wanneer een meerderjarige en een minderjarige bloedverwant samen seksueel actief zijn, is er volgens onze definitie sprake van pedoseksualiteit.

Transgenderisme en Transseksualiteit

Transgender is een overkoepelende term voor travestie, transgenderisme, transseksualiteit en alle andere vormen van gendervariantie.

Travestie

Travestie is een bekend fenomeen, maar wordt dikwijls verward met dragqueens. Dragqueens zijn mannen die (bekende) vrouwen nadoen, meestal met veel glitter en glamour. Het dragqueen fenomeen komt eerder voor in homomilieus (parades, discotheken). Een travestiet is iemand die de behoefte heeft om kleren van het andere geslacht te dragen. Dit wordt ook wel ‘crossdressing’ genoemd. Travestie gebeurt in tegenstelling met drag eerder verdoken in de huiskamer. Travestie dient om de innerlijk beleefde (sub)identiteit via kleding, taal, gedrag, houding… naar buiten te brengen. Mannen die aan travestie doen voelen zich dus hoofdzakelijk wel man, maar nemen soms graag een vrouwelijk personage aan. Het aantal mannelijke travesties vanaf twintig jaar wordt in Nederland op 1 tot 5% van de bevolking geraamd. Deze mannen zijn meestal heteroseksueel gericht, en velen hebben een relatie en/of kinderen. Travestie kan zowel bij vrouwen als bij mannen voorkomen. Maar aangezien in onze cultuur mannelijke kleding of een mannelijke stijl voor vrouwen wordt geaccepteerd, blijft vrouwelijke travestie redelijk onzichtbaar.

Transgenderisme

Deze term slaat op personen die mannelijke en vrouwelijke identiteitskenmerken combineren. Bij een transgenderist zijn zowel de vrouwelijke als de mannelijke genderidentiteit (sterk) aanwezig. Ook kan het voorkomen dat men zich soms man en soms vrouw voelt. Een lichamelijke aanpassing is soms (gedeeltelijk) gewenst om het biologische geslacht (je lichaam) en genderidentiteit (hoe je je voelt) in overeenstemming te laten komen. Qua genderrol kunnen transgenderisten een heel eigen mix van mannelijke en vrouwelijke elementen verenigen.

Transseksualiteit

Wanneer de beleefde genderidentiteit niet in overeenstemming is met het biologisch geslacht dat bij de geboorte werd vastgesteld, kan dit een enorme psychische spanning veroorzaken. Veel transseksuele personen lossen deze spanning op door (gedeeltelijk) te leven in de gewenste genderrol en hun lichaam al dan niet via medische ingrepen (hormonen, operaties) aan te passen aan hun genderidentiteit. Een transseksuele persoon is dus iemand die zichzelf psychisch, sociaal en seksueel beleeft als behorende tot de andere sekse dan bij de geboorte vastgesteld. Transseksualiteit heeft niets met seksualiteit te maken maar alles met het conflict tussen het biologisch geslacht en de genderidentiteit. De meest recente cijfers volgens een studie door Belgische genderteams duiden op een voorkomen van 1 op 12.900 voor biologische mannen en 1 op 33.800 voor biologische vrouwen.

Een seksuoloog kan je begeleiden in het zoeken naar antwoorden op je vragen rond genderidentiteit. Voor meer informatie en hulpverleners gespecialiseerd in het thema, kan je tevens terecht op www.transgenderinfo.be.

Verlies van controle over seksueel gedrag (‘seksverslaving’)

Voor sommige mensen is seks iets dat hun leven beheerst, zonder dat ze daar zelf voor gekozen hebben. Seks zit voortdurend in hun hoofd, en ze beleven daar geen plezier aan. Ze doen bij herhaling dingen op seksgebied waar ze spijt van hebben. Het kan gaan om gedrag dat ingaat tegen hun morele waarden (bijvoorbeeld overspel, betaalde seks of seks waar grote risico’s aan verbonden zijn). Of om gedrag dat hen saboteert op andere belangrijke levensdomeinen (bijvoorbeeld: zoveel masturberen dat hun werk in het gedrang komt, teveel geld uitgeven aan cyberseks). De negatieve impact op hun levenskwaliteit, en die van de omgeving, kan hoog oplopen. Dergelijke problemen hebben de afgelopen jaren heel wat verschillende namen gekregen. De bekendste is wellicht ‘seksverslaving’. Het achterliggende idee is dat er een grote overeenkomst is met andere soorten van afhankelijkheid, zoals die aan alcohol of drugs. Behandelingen die vanuit deze optiek vertrekken, maken dan ook gebruik van ‘onthouding’ en ‘twaalfstappenprogramma’s’.

Onder wetenschappers is er echter geen consensus dat ‘verslaving’ een goede bril is om naar deze problemen te kijken. Er zijn momenteel zoveel namen in omloop als er theorieën zijn: ‘hyperseksualiteit’, ‘obsessief-compulsieve seksstoornis’; ‘erotomanie’, ‘seksuele impulsstoornis’…. Sommige experts zijn zelfs van mening dat het niet gaat om een echte stoornis,maar over een vorm van maatschappelijke onverdraagzaamheid tegenover een afwijkende beleving van seks. Momenteel bestaat er dan ook nog altijd geen officiële naam of diagnose voor deze problemen.

Dat alles neemt niet weg dat in de praktijk een kleine groep mensen (naar schatting een paar percent van de volwassen bevolking) last heeft van het feit dat ze de controle over haar seksueel gedrag kwijt is. De praktijk leert dat het terugkrijgen van die controle meestal niet eenvoudig is, zelfs niet met professionele begeleiding. Maar het is wel mogelijk. Het betrekken van de eventuele partner bij de begeleiding is sterk aangeraden.

Merk op: niemand heeft de perfecte controle over het eigen gedrag, laat staan over de eigen gevoelens en gedachten. Dat is ook bij seks niet het geval. En niet elke (slechte) seksuele gewoonte is een teken van een seksverslaving. Regelmatig masturberen, ook binnen een relatie, overspel, veel zin hebben in seks, meer zin hebben dan je partner, prostitutiebezoek, onveilige seks, porno kijken of erotisch chatten… zijn op zich geen teken dat er een ‘stoornis’ in het spel is. Het is maar wanneer je merkt dat je niet meer vrij bent om het gedrag al dan niet te stellen, dat er reden is tot ongerustheid.